Omtrent huis/tuin Ortega

"In mijn tuinen, in mijn huizen, heb ik altijd geprobeerd het kalme gemompel de stilte te ontnemen, en die stilte zingt in mijn fonteinen." Luis Barragan

Wat betreft
Wat betreft

Omtrent huis/tuin Ortega

Het huis/tuin Ortega , het best bewaarde geheim van huis Barragan.

Dat houdt in een before and after activiteit van de architect, ontworpen en gebouwd tussen 1940 en 1942 en door hem bewoond vanaf 1942 tot 1947, als hij het verkoopt aan de heer Alfredo Ortega, zilversmid uit Mexico-stad nog een kunstenaar en ontwerper van zilver en goud die de bedoeling had om geld bijeen te garen voor het project “Jardines del Pedregal”.

In dit huis, is het voor het eerst dat hij voor zichzelf werkt en hij maar een lustrum bewoont, daarmede een getuigenis zonder verandering, noch wijziging achterlatend betreffende zijn gedachtengang aangaande de architectuur en de kunst om tuinen aan te leggen in die tijd, dit laatste zijn werkelijke inspiratie zijnde om dit te verwezenlijken.

 

Hier aan refererend, verklaart Barragan : in 1941 verwezenlijkte ik mijn eerste tuin in Mexico-stad. Ik kocht een oneffen stuk grond, heb  dat aangevuld en rechtgetrokken om zodoende een tuin te creëren in vakken herinnerend aan de schoonheid van de patio´s en tuinen van de Alhambra en de Generalife.

De eigenaardigheid van dit huis/tuin tezamen met het huidige museumhuis, is dat deze de enige zijn welke hij ontwierp en bouwde om daar zelf in te trekken.Het essentiële verschil tussen deze en zijn tweede huis is de frisheid  hoe hij met volkse en koloniale temas omging, zonder dat dit  een autochtone  of koloniaal huis betrof; met details van zijn huizen in Guadalajara, ook al behoort deze niet tot de vroege periode van zijn carrière;  eveneens met elementen van zijn moderne architectuur uit de jaren 35 tot en met 40, maar toch ook weer niet behorend tot deze vroege periode en met architectonische en ruimtelijke elementen met zijn daaropvolgende laatste etappe, de meest bekende, maar toch nog niet hiertoe behorend .De enige eigenschap van dit huis  en deze tuinen is, dat alhoewel het geen architectonische samenhang heeft met zijn tweede huis, het museumhuis, is dat de ruimtelijke en volgordelijke rijkdom van binnen en buiten, de visuele verrassingen  en perspectieven, zijn zo talrijk en van zulk een rijkdom en overvloed, dat deze in zijn daaropvolgende werken niet meer voorkomen, dermate geconcentreerd zoals in dit huis.

 

De huis/tuin heeft zijn oorspronkelijk ontwerp behouden tezamen met de tuinen, welke na bijna 80 jaar de natuurlijke en opzettelijke planten variaties mede verkregen door het tijdsverloop en de bewoners. Maar ondanks dit alles en de agressieve wijziging van de omgeving(milieu), de harmonie en de kracht van het oorspronkelijke landschappelijk project, zijn zo groot, dat vandaag de dag nog, deze tuinen nog zo indrukwekkend zijn, zoals ze moeten zijn geweest toen deze in hun oorsprong aangelegd waren.

 

Vandaag de dag, opent  dit huis zich aan het zicht van allen, met zijn tijdsgebonden meubilair met designs van Clara Porset, Michael van Bueren, George Nelson en van Barragan zelf en zijn meubelmaker Eleuterio Cortez. Het minst bekende, gepubliceerde en kenbaar gemaakte huis van allen. Een onbekende huis Barragan, weinig bezocht en nog minder bestudeerd. Het begin van de rijpheid van zijn architectuur.

Bezoek ons en ontdek het best bewaarde geheim van Luis Barragan.

Betreffende de architect Luis Barragan Morfin.

Guadalajara, Jalisco 1902- Mexico-stad  1988

Samenvatting van zijn professionele biografie.

De enige mexicaanse Pritzker prijs winnaar (1979)

Hij studeerde af als civiel ingenieur in 1924, onmiddellijk daarna reizend naar Europa, waar hij anderhalf jaar verblijft (1924-1925). Bij terugkeer lukt het hem niet zijn architectentitel te krijgen, omdat de faculteit zijn deuren gesloten gesloten had. Hoe dan ook, deze reis naar Europa heeft zijn passie voor de tuin architectuur aangewakkerd, daar hij aan een kant de Universele expo van industriële en decoratieve kunst bezoekt in Parijs (1925), waar hij de tentoonstelling van moderne tuinen ontdekt en vooral het boek van Ferdinand Bac “ Les jardins enchantés  “ van  hetwelk hij meerdere exemplaren koopt om mee te nemen naar Mexico.Hij leert daar tevens  de moderne oeuvre van Frederick Kriesler kennen, met zijn paviljoen in de reeds genoemde tentoonstelling,dat hem danig beïnvloed. Hij bezoekt ook het Alhambra en de Generalife, de patio`s en tuinen die een grote indruk op hem maken en van welke hij voor altijd de verrassende ervaring van de toegang tot de “ patio de los mirtos “ in zijn geheugen bewaard.Er bestaat een foto van hem in de patio van de irrigatie sloot in de Generalife dat van zijn bezoek getuigt.

Van 1925  tot 1935 voert hij zijn eerste projecten uit in Guadalajara met mediterrane invloeden en de concepten van patio`s en tuinen van Bac.Tot deze etappe behoren meer dan 30 huizen, van welke wij alleen als iconisch voorbeeld de “Robles Leon”(1929) kunnen noemen, tegenwoordig “Casa Clavijero” genaamd, ITESO of het huis “ Cristo”(1930).Tevens zijn eerste stadstuin project, verkregen middels concours, “Parque Revolucion” of het rode park(1935).

 

In 1930 sterft zijn vader, en wijdt hij zich aan het regelen van de familiezaken tot 1932, wanneer hij opnieuw naar Europa terugkeert en de moderne architectuur ontdekt middels Le Corbusier, daar hij de mogelijkheid heeft om hem persoonlijk te leren kennen, ook bezoekt hij daarbij de zolder van “Beistegui” waar hij de bedoeling doorkrijgt van de “vliegende trap” die hij zelf voor het eerst doorvoert in huize Ortega en hij bezoekt ook de “Villa Savoye”, icoon van de moderne architectuur. Maakt persoonlijk kennis met Ferdinand Bac en bezoekt zijn tuinen van “Les Colombieres” in Menton aan de franse riviera, welke hij later ook zal toepassen in Casa Ortega.

 

In 1935 verhuist hij naar Mexico-stad waar hij begint met een onstuimige activiteit, ongeveer 20 privéwoningen bouwend om te verhuren, 14 woonblokken en variërend, 

verbouwing en restauratie van twee kerken, een bioscoop en een kantoorgebouw. Voorbeeld hiervan : men kan het huis en de studio noemen van José Clemente Orozco(1938-1939) en het gebouw voor 4 schilders(1939-1940) in samenwerking met Max Cetto.

 

In 1940, vermoeid door zovele activiteiten en onder druk van de klant besluit hij zich van hen terug te trekken en hierbij zou men zich dienen af te vragen wat de invloed is geweest, dat hij precies op dat tijdstip de kavels vondt in Tacubaya, waar hij aanvankelijk tussen 1940 en 1942 zijn eerste huis en tuinen bouwde.

Dit laatste zijnde, voornamelijk de motivatie voor de verwezenlijking van de thans genoemde  Casa Ortega overeenkomstig zijn voorstelling; zijn herinneringen aan de “Haciendas” uit zijn jeugd, de tuinen van Bac, de Alhambra, de Generalife en zijn visie van de europese moderne architectuur.Deze tuinen zullen dan ook voortaan het voorbeeld van zijn landschappelijke ideeën zijn.

 

Hij bewoont dit huis “Casa Ortega”, van 1942 tot 1947 wanneer hij het doorverkoopt aan de meester zilversmid en zakenman Alfredo Ortega, visionair van de kwaliteit en diepte van het ontwerp van het huis van “ingenieur Barragan”. Hierna, in het jaar 1947, bouwt hij wat zijn laatste huis zal worden, het verbouwend en daar wonend tot 1988, het jaar van zijn dood, het huidige museumhuis, in een van de tuinen en naast Casa Ortega.

 

Vanzelfsprekend, dat zijn, terugtrekken maar tijdelijk is, hij herneemt dan ook zijn beroepsmatige bezigheden en van 1942 tot 1944 bouwt hij vijf huizen, een van die huizen in zijn geboorteplaats Guadalajara met tuin en al, alsmede een duplex woning en legt hij vier privétuinen aan. Een van deze, “El Cabrio” genaamd, precies aan de rand van “El Pedregal”.

 

In het jaar 1945 begint de verandering van zijn belangstelling van binnen naar de buitenruimtes, openbare en privé ruimtes, met de ontwikkeling van een woonwijk “Jardines del Pedregal” en alhoewel hij nog enige huizen zal bouwen, vangt hij aan fonteinen, pleinen en tuinen als show in deze woonwijk te plannen. De weinige huizen die hij bouwt kiest hij vanwege zijn belangstelling voor het ontwikkelen van zijn tuinen en patio`s, beginnend met huize “Mereles”(ca.1948), het iconische huis “Prieto Lopez”(1948-1950), een voorbeeld huis en tuin(190-1952) in samenwerking met Max Cetto, etc., meer dan 10 huizen en bijbehorende tuinen, inbegrepen de iconische huizen “Galvez”(1955-1957) en huize “Gilardi” (1976-1977). Bovendien meerdere huizen projecten welke niet uitgevoerd zijn. Het verdient vooral aandacht te schenken aan de kapel en de restauratie van het klooster van de Kapucijner zusters (Sacramentarias del purisimo corazon de Jesus y de Maria) waar we een versneld proces zien van de abstractie in zijn architectuur welke een hoogtepunt bereikte bij “Huize Gilardi” en welke aanvang nam bij zijn tweede huis.

 

In het begin van de eerste helft  van de jaren vijftig start hij een serie duurdere woonwijken, tuinen en pleinen. Projecten zoals “Jardines del Bosque” in Guadalajara(1955) “Las Arboledas”(1958-1961), “Los Clubes”(1961-1972, “Lomas Verdes” tezamen met Juan Sordo Madaleno(1964-1967).

Pleinen,fonteinen en monumenten zoals de “Plaza del Cigarro” en “Parque Central” in El Pedregal, de iconische torens van Satélite(1957), de tuinen van de golf club “Hacienda”(1963-1965), de fonteinen vn “El Bebedero” en van “Los Amantes” in Los Clubes of de vuurtoren van de handel in Monterrey(1977-1984).

 

Alsmede een groot aantal woon projecten  en niet uitgevoerde urbanistische plannen.

 

BRON : Luis Barragan, Naslagwerk en creativiteit door Louise Noelle,Onderzoek van  werken en projecten door de architect Alberto Moreno Guzmán.